Op deze pagina leest u aan de hand van welke inhoudelijke criteria de LAP aanvragen voor toekenning, voortzetting of beëindiging van een LFPZ-indicatie beoordeelt. Tevens vindt u hier informatie over de werkwijze van de LAP en u leest meer over de beslissing die de minister van Justitie en Veiligheid neemt na advisering door de LAP.

Beoordeling aanvraag tot plaatsing in de LFPZ

Aan een aanvraag tot plaatsing in een LFPZ-voorziening gaan vaak vele jaren van behandeling vooraf. Als het recidiverisico desondanks onverminderd hoog blijft, kan het ter beveiliging van de samenleving nodig zijn om een tbs-gestelde in een LFPZ-voorziening te plaatsen. Het  FPC  waar de tbs-gestelde wordt behandeld dient dan een aanvraag tot plaatsing in een LFPZ-voorziening in. De LAP beoordeelt deze aanvraag, waarbij wordt bekeken of alle beschikbare behandelmogelijkheden zijn uitgeput. Zo is het denkbaar dat de LAP de LFPZ-indicatie afwijst, omdat niet alle medicamenteuze interventies zijn benut of omdat plaatsing in een minder stringent longcare-kader mogelijk is. Ook wordt beoordeeld of plaatsing binnen een setting met een lager beveiligingskader, zoals een instelling voor Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ), verantwoord is.

Er wordt dus bezien of er minder ingrijpende opties voorhanden zijn dan plaatsing binnen een LFPZ-voorziening. Mocht behandeling niet mogelijk blijken en een hoog beveiligingsniveau nodig zijn om de risico’s op delictgedrag te beheersen, dan kan het zijn dat plaatsing in een LFPZ-voorziening is aangewezen.

Beoordeling voortzetting verblijf in de LFPZ

De LAP toetst elke twee jaar of het verblijf in een LFPZ-voorziening nog nodig en passend is.

In een LFPZ-voorziening wordt langdurige zorg verleend, die aansluit bij de problematiek en het functioneren van de tbs-gestelde. Naast het vergroten van de kwaliteit van leven, richt deze zorg zich op het beveiligen van de samenleving. Ook wordt er samen met de tbs-gestelde gesproken over toekomstperspectief en er wordt gezocht naar eventuele nieuwe behandelmogelijkheden. Omdat de behandeldruk vermindert, kan er een nieuw perspectief op behandeling ontstaan. Zo kan de problematiek verminderen of het functioneren van de tbs-gestelde verbeteren. Ook kunnen er door nieuwe medische ontwikkelingen en behandelmethoden opnieuw behandelperspectieven ontstaan.

Beoordeling aanvraag tot opheffing LFPZ-status

De LFPZ-voorziening kan een aanvraag tot opheffing van de LFPZ-indicatie indienen als er behandelmogelijkheden worden waargenomen. Daarnaast kan de problematiek milder worden, waardoor de risico’s afnemen en verblijf in een minder beveiligde setting mogelijk wordt. Ook in dat geval kan een aanvraag tot opheffing van de LFPZ-indicatie worden ingediend.

Werkwijze van de LAP

Er vinden per maand gemiddeld twee commissievergaderingen plaats. Per commissievergadering worden in de regel maximaal vijf aanvragen behandeld als het gaat om herbeoordelingen. De commissievergaderingen vinden plaats op locatie, namelijk in de FPC’s waar de LFPZ-gestelden verblijven (FPC De Pompestichting, locatie Zeeland of Vught), dan wel in de kliniek waar de patiënt verblijft voor wie een LFPZ-plaatsing is aangevraagd.

Horen van de patiënt

Een voorwaarde op grond van het beleidskader is dat de commissie niet alleen het volledige dossier toetst, maar de patiënt ook heeft gezien. Alvorens de commissie de nieuwe aanvragen en periodieke herbeoordelingen van advies voorziet, wordt de patiënt gezien en gehoord door de commissie, althans daartoe wordt een poging gedaan. Dit betreft nadrukkelijk geen onderzoek van de patiënt zoals de kliniek en de externe rapporteurs verrichten, maar de betrokken patiënt wordt in de gelegenheid gesteld om te reageren op de adviezen van de kliniek en de rapporteurs en de vragen van de commissie.

Mogelijkheid indienen schriftelijke zienswijze advocaat

De advocaat van de tbs-gestelde is niet bij de vergadering aanwezig. Hij wordt voorafgaand aan de vergadering in staat gesteld om zijn zienswijze schriftelijk in te dienen.

Beslissing na advisering LAP

Na afloop van de vergadering worden de adviezen aan de minister opgesteld en verzonden naar de Divisie Individuele Zaken (DIZ) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), waar namens de minister van Justitie en Veiligheid een beslissing wordt genomen op de aanvraag. Het ministerie informeert de betrokkenen over het advies en de daarop genomen beslissing.

Rechtsmiddel

Tegen de beslissing van de minister staat beroep open bij de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming.