Tbs-gestelden die verblijven in een LFPZ-voorziening kunnen in bepaalde omstandigheden verlof praktiseren, ter bevordering van hun kwaliteit van leven of als onderdeel van de resocialisatie.

Begeleid verlof ter optimalisering van de kwaliteit van leven

De LAP adviseert de minister van Justitie en Veiligheid tevens over het individuele beveiligingsniveau van een tbs-gestelde binnen een LFPZ-voorziening. Louter LFPZ-patiënten met een laag beveiligingsniveau kunnen, op basis van de verlofregeling tbs, in aanmerking komen voor begeleid verlof. Het praktiseren van verlof wordt als waardevol beschouwd vanuit het oogpunt van het vergroten van de kwaliteit van leven van een tbs-gestelde.

Beperkt onbegeleid verlof als onderdeel van het uitstroomplan

Daarnaast kan in het kader van de voorbereiding van het opheffen van de LFPZ-indicatie en een overplaatsing naar een vervolgsetting, als onderdeel van het uitstroomplan, gekeken worden of er tijdens verblijf in een LFPZ-voorziening op beperkte schaal kan worden geoefend met vormen van onbegeleid verlof. Ook voor deze verlofvorm geldt dat alleen LFPZ-patiënten met een laag beveiligingsniveau hiervoor in aanmerking kunnen komen. Een verlofaanvraag wordt altijd beoordeeld door het Adviescollege Verloftoetsing tbs (AVT), een onafhankelijke commissie die de minister van Justitie en Veiligheid adviseert over het verlenen van verlof aan tbs-gestelden.